NZMO 2021: Kostenbesparing, flexibiliteit en duurzaamheid belangrijk voor werkgevers
Het mobiliteitsbeleid en de aanpassing daarvan staat bij veel werkgevers hoog op de agenda. Duurzaamheid is daarbij een belangrijk speerpunt en werkgevers zoeken naar een balans tussen kostenefficiëntie en flexibiliteit. Opmerkelijk is dat veel medewerkers voor hun persoonlijke invulling van mobiliteit open staan voor andere vervoersvormen dan alleen de zakenauto.
Dat blijkt uit het Nationaal Zakelijke Mobiliteitsonderzoek 2021 (NZMO) op basis van een enquête onder ruim 3.300 zakelijke reizigers en 700 bedrijven. Het onderzoek is een initiatief van vakblad Automobiel Management, VNA, RDC, NS en RET en wordt uitgevoerd door onderzoeksbureau VMS | Insight. Renate Hemerik, voorzitter VNA, reageert op een aantal highlights uit het onderzoek.
Bedrijven zijn actief bezig met het formuleren van mobiliteitsbeleid
Het mobiliteitsbeleid wordt door bedrijven steeds actiever opgepakt. Duurzaamheidsbewustzijn neemt daarin duidelijk toe. Zo stimuleert 48% van de bedrijven elektrische auto’s. In 2020 was dat nog 39%. Het stimuleren van EV wordt onder andere gedaan door een aanpassing van de toegestane merken en modellenlijst op basis van CO2-uitstoot. Steeds meer bedrijven passen dit toe: 22% in 2020 t.o.v. 28% in 2021.
Ook het faciliteren van de leasefiets/fiets van de zaak is significant toegenomen: van 17% naar 30%. En steeds meer werkgevers geven medewerkers meer keuzevrijheid voor de invulling van zakelijke mobiliteit: van 12% naar 26%.
Opvallend is ook dat het aantal bedrijven zonder een mobiliteitsbeleid afneemt. Nog maar 17% van de bedrijven geeft aan nog geen beleid te hebben. Vorig jaar was dat nog 21%. Ook het percentage werkgevers wat een gunstige private leaseregeling faciliteert is toegenomen: van 8% naar 11%.
Renate Hemerik reageert: “Een passend mobiliteitsbeleid wordt voor werkgevers steeds belangrijker. Niet alleen vanuit de transitie naar EV en kostenefficiency, maar ook om een aantrekkelijke werkgever te zijn en te blijven in de krapper wordende arbeidsmarkt. De individuele behoefte van medewerkers wordt belangrijker. En daarbij wordt dan niet alleen meer gekeken naar de auto, maar juist naar de beste mix van vervoermiddelen. Leasemaatschappijen hebben hierin een belangrijke adviserende rol.”
Vergroening wagenpark zet door
Van het wagenpark van de responderende bedrijven heeft gemiddeld 74% een benzine- of dieselmotor. De prognose van de bedrijven is dat hun wagenpark in 2025 zal bestaan uit (gemiddeld) 42% volledig elektrisch, 4% waterstof elektrisch en 11% plug-in hybride. Bedrijven verwachten dat de elektrificatie van hun wagenpark sneller zal gaan. Vorig jaar was de verwachting dat in 2025 gemiddeld 35% van het wagenpark uit EV’s zou bestaan, nu is de verwachting dat in 2025 al 42% EV wordt gerealiseerd. Zelfs 13% van de bedrijven hanteert een ‘zero tolerance beleid’ ; er mag uitsluitend voor uitstootvrije auto’s worden gekozen.
Renate Hemerik: “De prognose van werkgevers dat de vergroening sneller gaat dan eerdere verwachtingen, is een positieve ontwikkeling. Deze nieuwe inzet van elektrische auto’s in het zakelijke wagenpark is ook cruciaal voor de doorstroom en het aanbod op de tweedehandsmarkt. Of de inzet gehaald kan worden, is afhankelijk van de beschikbaarheid en levertijden van elektrische modellen. Er waren al leveringsproblemen door de coronapandemie, maar door de oorlog in de Oekraïne komen de leveringen verder onder spanning te staan.”
Kansen voor mobiliteitsbudget en bredere mobiliteitsoplossingen
Flexibiliteit, keuzevrijheid en duurzaamheid zijn momenteel de belangrijkste pijlers onder het zakelijke mobiliteitsbeleid. Dit biedt kansen voor het mobiliteitsbudget, maar ook voor de bredere inzet van mobiliteitsoplossingen, zoals de fiets van de zaak en deelauto’s. Vooral grote bedrijven zetten alle opties in als aanvulling op hun secundaire arbeidsvoorwaardenpakket. Waar in NZMO 2020 nog slechts 8% van de bedrijven een mobiliteitsbudget aanbiedt, geeft in 2021 13% van de werkgevers aan dit in de komende 3 jaar in te voeren. Dat betekent relatief gezien een flinke toename. Ook de fiets van de zaak wordt door bedrijven gezien als een goed bruikbare secundaire arbeidsvoorwaarde en scoort qua populariteit een tweede plek na de auto van de zaak. Bedrijven wijzen echter wel op de administratieve last en fiscale onaantrekkelijkheid van de fiets van de zaak.
Renate Hemerik: “De overheid kan de groei van de fiets van de zaak versnellen. Zoals respondenten in het onderzoek ook aangeven, moet het simpeler en aantrekkelijker worden voor de werkgever en de werknemer. De administratieve rompslomp rondom de fiets van de zaak werkt demotiverend. Daarnaast schuurt het gebruik van de fiets van de zaak met de onbelaste reiskostenvergoeding, de werkkostenregeling en de bijtelling. Als we samen met de overheid ervoor kunnen zorgen dat daar minder mensen op afhaken, dan wordt de toekomst voor de leasefiets nog mooier.”
Wilt u toegang tot het volledige digitale rapport NZMO 2021?
Vul dan hieronder uw e-mailadres in. U ontvangt dan direct een wachtwoord om het rapport te kunnen downloaden.