Istock 871180138

Klimaatnota: VNA blij met intentie maar bezorgd over voorgestelde route

Gepubliceerd op 25 april 2025
duurzame mobiliteit

Zojuist heeft minister Hermans van Klimaat en Groene Groei namens het kabinet aanvullende Klimaatplannen gepresenteerd. De plannen omvatten meer mrb-korting op EV en een fiscale heffing voor de werkgever voor auto’s van de zaak.

De VNA is blij met het signaal dat het kabinet met deze MRB-maatregel aangeeft, maar is bezorgd over de voorgestelde nieuwe heffing op auto’s van de zaak. Het zou namelijk grote averechtse milieueffecten kunnen hebben als werkgevers voor alternatieve invulling gaan kiezen. De VNA is daarom kritisch op de wijze waarop dit voorstel verder wordt vormgegeven.

De vandaag gepresenteerde Klimaatplannen zijn nodig om toch de 55% CO2 reductie in 2030 te realiseren. Met het huidige beleid wordt deze wettelijke doelstelling zeker niet gehaald. Er staan twee concrete maatregelen in voor mobiliteit in de Klimaatnota: 

  • Hogere korting voor EV’s op de MRB
    Het kabinet stelt voor om de korting op de mrb voor emissievrije auto’s van 2026 tot en met 2028 te verhogen van 25% naar 30% oftewel 70% van het normale tarief. Dit komt neer op €6 extra korting op de mrb per maand voor een gemiddelde elektrische auto.
  • Nieuwe heffing voor werkgevers voor fossiele (bestel)auto van de zaak
    Er wordt voorgesteld om vanaf 2027 een eindheffing voor werkgevers op fossiele (bestel) auto’s van de zaak toe te gaan passen. Dit betekent dat werkgevers fiscaal belast gaan worden voor de aan de werknemer ter beschikking gestelde fossiele personen- en bestelauto’s. Het tarief van deze zogenaamde eindheffing zal 52 procent van het bijtellingspercentage (22%) bedragen. Voor een auto van 40 duizend euro gaat het dus om 0,52*0,22*40.000 = €4.576 per jaar. De heffing zal niet van toepassing zijn op volledig emissievrije (bestel)auto’s. Deze plannen worden de komende maanden verder uitgewerkt en gepresenteerd op Prinsjesdag. 
Renate Hemerik, voorzitter VNA

"Het is natuurlijk positief dat er voor de komende jaren toch iets meer korting op de mrb voor EV’s lijkt te komen. Het is weliswaar een kleine stap, maar wel in de goede richting. Zeker aangezien er nauwelijks prikkels meer zijn om de mobiliteit te elektrificeren. We zijn echter wel erg kritisch op de effecten van de voorgestelde nieuwe heffing voor werkgevers. Dit is nu in de basis een penalty voor auto’s van de zaak geworden, in plaats van de verwachte bonus voor werkgevers die zich hard inzetten voor verduurzaming van het wagenpark. Dat terwijl auto’s van de zaak, omdat ze nieuw, schoon, veilig en zuinig zijn een hele belangrijke bijdrage leveren aan de vergroening. Als werkgevers door deze maatregel gaan kiezen voor alternatieven voor een zakelijke auto, heeft dit grote averechtse milieueffecten.” 

Autobelastingen op de lange(re) termijn  

Het kabinet heeft toegezegd nog voor de zomer met een zogenaamde ‘contourenbrief’ voor de autobelastingen op lange(re) termijn te komen. In deze klimaatnota wordt daartoe een vooraankondiging gedaan. Hierbij wordt o.a. gedacht aan: 

  • Een nieuwe grondslag voor de mrb op basis van afmetingen;
  • Een tenaamstellingsbelasting op nieuwe en gebruikte EV’s.  
Renate Hemerik, voorzitter VNA

“Om de autobelastingen duurzaam en toekomstbestendig te maken en mobiliteit betaalbaar en bereikbaar, dringen we al lang aan op modernisering van het stelsel. De leasesector neemt haar verantwoordelijkheid en onze leden investeren fors in de transitie naar duurzame mobiliteit. Voor de investeringsbeslissingen die zij moeten maken, is stabiel en voorspelbaar overheidsbeleid essentieel.”

Volgende stappen 

De vandaag gepresenteerde klimaatplannen worden nog door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) doorgerekend, om te bepalen of ze toereikend zijn om de Nederlandse klimaatdoelen alsnog te behalen. Zoals gebruikelijk zullen de plannen verder vorm moeten krijgen op weg naar Prinsjesdag voor besluitvorming.  

De VNA zal kritisch zijn op de verdere uitwerking en timing van de verschillende voorstellen en zal hiervoor met de verschillende ministeries in gesprek gaan.